Spoed buiten openingstijden 030 - 202 70 70
Dierenkliniek Leidsche Rijn 030 - 666 11 67
Dierenkliniek Veldhuizen - De Meern 030 - 231 79 33

Let op! Op zaterdag 23 november zijn wij de hele dag gesloten. Op vrijdag 13 december sluiten wij om 18:00 uur, in plaats van 18.30 uur.

Titeren

Titeren

Wat is titeren?  

De term titeren wordt gebruikt voor het doen van een titerbepaling. Bij titeren wordt bloed afgenomen van uw dier om aan te tonen of er antilichamen zijn gevormd tegen de virusziektes waartegen uw dier is gevaccineerd. Antilichamen zijn de stoffen die het lichaam aanmaakt als reactie op ziekte of vaccinatie om ziekteverwekkers te bestrijden.  

Titeren heeft twee functies;  

  1. Het is een methode die kan worden gebruikt om na te gaan of uw dier een extra vaccinatie nodig heeft.  
  1. Daarnaast kunnen we titeren ook gebruiken voor het uitstellen van de grote cocktailvaccinatie bij de hond of de kattenziekte bij de kat welke beiden eens per drie jaar gegeven wordt.  

Waarom titeren?  

Het standaardvaccinatieschema voor dieren is opgesteld zodat voor de meeste dieren de concentratie antilichamen hoog genoeg blijft om voldoende beschermd te zijn. Uiteindelijk verdwijnen de antilichamen langzaam uit het bloed. Niet alle antilichamen blijven even lang in  het bloed en bij het ene dier verdwijnen ze  sneller dan bij het andere  dier. Het advies is daarom uw dier elk jaar te vaccineren met het passend vaccin om  de bescherming van uw dier goed te bewaken. Toch zijn er dieren die bij een goede vaccinatiestatus geen of onvoldoende bescherming hebben omdat de vaccinatie onvoldoende aanslaat. Hierdoor worden er geen of onvoldoende antilichamen gevormd en loopt uw dier onbewust onbeschermd rond. Met titeren kunnen we 2 dingen aantonen: 

1. Uw dier heeft onvoldoende antilichamen gevormd en heeft dus geen bescherming tegen het virus. Wanneer dit aangetoond is, kunnen we uw dier extra vaccineren om de bescherming te bewaken.  

2. Daarnaast kunnen we met titeren ook aantonen dat uw dier wel voldoende bescherming heeft. Wanneer dit aangetoond is, kunnen we besluiten de boostervaccinatie van uw dier uit te stellen. 

Welke virusziekten kan ik titeren?   

Er zijn een aantal ziektes waarvoor we uw dier in de praktijk kunnen titeren.   

  1. Voor de hond is dit de parvo, honden- en besmettelijke leverziekte. Titeren tegen de leptospirose (ook wel ziekte van Weil genoemd) en kennelhoest is niet mogelijk. De aanwezigheid of afwezigheid van antilichamen tegen deze ziekten kunnen niet gebruikt worden als maat voor bescherming en uit onderzoek blijkt dat tegen deze ziekten jaarlijks opnieuw moeten worden gevaccineerd.  

Pas op: De titerbepaling voor de rabiësvaccinatie gebeurd altijd in een wettelijk aangewezen laboratorium. Deze titerbepaling is soms verplicht voor het inreizen naar het buitenland met uw dier. De vaccinatie voor rabiës kan nooit worden uitgesteld door een titerbepaling.   

  1. Voor de kat bestaat een titertest tegen de kattenziekte. Titeren tegen niesziekte is mogelijk, maar er is geen correlatie tussen aanwezigheid van antilichamen en bescherming. Het advies is om katten jaarlijks te vaccineren tegen niesziekte om de best mogelijke bescherming te hebben.   
  1. Voor konijnen, fretten en andere diersoorten bestaat op dit moment nog geen titertest.   

Vanaf wanneer kan ik titeren?   

Dieren < 16 weken: Jonge pups en kittens krijgen van hun moeder antilichamen mee. Dit noemen we de maternale immuniteit. Deze maternale immuniteit verdwijnt tijdens de eerste levensweken. Het is niet te voorspellen wanneer deze maternale immuniteit verdwenen is. Bij het ene dier is dit al op 6 weken, bij het andere pas na 12 weken. Het is daarom van belang dat uw dier als pup of kitten meerdere vaccinaties krijgt. Om te bepalen of uw pup nog maternale antilichamen heeft, zou u in theorie kunnen titeren vanaf 6 weken. Dit moet vervolgens iedere 2 – 3 weken herhaald worden om opzoek te gaan naar het moment waarbij er geen maternale immuniteit meer in het dier is. Dit zou betekenen dat wij regelmatig bloed bij uw jong dier zouden moeten afnemen. Bloedprikken bij deze jonge dieren is niet makkelijk en kan uw dier angstig maken voor de dierenarts. Daarom heeft dit niet onze voorkeur.   

Dieren 16 weken –  6 maanden: Idealiter krijgt uw dier de eerste puppy- of kittenvaccinaties in de eerste 12 levensweken. Het vormen van antilichamen als respons op de vaccinatie duurt gemiddeld 3 tot 4 weken. Daarom kunt u vanaf een leeftijd van 16 weken een titertest uit laten voeren om na te gaan of uw dier een extra vaccinatie nodig heeft.   

Dieren > 6 maanden: Vanaf een half jaar leeftijd komt uw dier in het reguliere vaccinatieschema, waarbij iedere 3 jaar de grote vaccinatie wordt gegeven. U heeft op het moment van vaccinatie twee keuzes.  

  1. Ik laat mijn dier vaccineren en na 3 tot 4 weken titeren om na te gaan of mijn dier een extra vaccinatie nodig heeft.   
  1. Ik laat mijn dier vaccineren voor de leptospirose en/of kennelhoest bij de hond of niesziekte bij de kat en ik voer een titertest uit om na te gaan of mijn dier nog voldoende bescherming heeft voor de grote cocktailvaccinatie (parvo, honden-, besmettelijke leverziekte). Let op: voor de leptospirose, kennelhoest- en niesziekte kunnen we dus niet titeren. Deze jaarlijkse vaccinatie zal altijd moeten worden gegeven, ook als de titeruitslag aangeeft dat uw dier voldoende bescherming heeft voor de grote cocktailvaccinatie (parvo, honden-, besmettelijke leverziekte).   

Wat zegt de uitslag*?   

Positief: Indien de test positief is, dan is aangetoond dat uw dier op dat moment antilichamen heeft gevormd tegen het virus waartegen het gevaccineerd is. Op dat moment is het niet nodig uw hond te vaccineren voor met de grote vaccinatie of uw kat tegen kattenziekte. Een jaar later kan opnieuw een titertest worden uitgevoerd om na te gaan of uw dier op dat moment nog steeds voldoende antilichamen heeft tegen het virus waartegen het gevaccineerd is. Let op: De kleine vaccinatie (leptospirose en/of kennelhoest bij de hond of niesziekte bij de kat) is dan alsnog benodigd.   

Negatief: Indien de test negatief is, dan is aangetoond dat uw dier geen of onvoldoende antilichamen heeft gevormd tegen het virus waartegen het gevaccineerd is. Op dat moment is het nodig uw dier te vaccineren. Indien gewenst, is het mogelijk om na ongeveer 3 tot 4 weken opnieuw een titertest uit te voeren om na te aan of uw dier op dat moment wel voldoende antilichamen heeft gevormd.   

* Zoals bij alle testen heb je ook hier kans op een vals negatieve of vals positieve uitslag   

Hoeveel dieren zijn niet beschermd na vaccinatie?   

Ondanks er goed doordachte vaccinatieschema’s voor de hond en de kat bestaan, zien we toch dat sommige dieren onvoldoende of niet reageren op de standaardvaccinaties. Helaas ontbreekt het aan gedegen wetenschappelijk onderzoek naar de aanmaak van antilichamen bij de hond en de kat na vaccinatie. Toch zijn er enkele cijfers bekend. De WSAVA (World Small Animal Veterinary Association) geeft aan dat 92,2% van de honden na hun 12 weken vaccinatie reageert middels een adequaat immuunrespons. Dit betekent dus dat ongeveer 7,8% van honden na de 12 weken vaccinatie onvoldoende immuniteit bij zich draagt.   

Kan titeren de grote vaccinatie voor de hond of de kattenziektevaccinatie voor de kat uitstellen?   

Ja, bij een positieve titer kan worden besloten uw dier niet te vaccineren. Aangezien je bij de hond tegen drie ziekten een titerbepaling doet kan het ook voorkomen dat er een of twee positief zijn en de rest negatief. Dan zal alsnog de gehele vaccinatie gegeven moeten worden. Hoelang deze titer hoog blijft is onbekend. De hoogte van de titer wordt met deze test niet vastgesteld. Daarom is het nodig om de titerbepaling jaarlijks te herhalen totdat blijkt dat er onvoldoende antilichamen aanwezig zijn en er dus een hervaccinatie benodigd is.   

Kan titeren de vaccinatie volledig vervangen?   

Nee, het titeren van uw dier is geen volledige vervanging voor de vaccinatie. De hond en de kat hebben elk jaar een boostervaccinatie nodig, hetzij voor de leptospirose, kennelhoest of voor de niesziekte. Dit zijn ziekten waarvoor we niet kunnen titeren. Als u besluit te titeren, dan gaat u na of uw dier een extra vaccinatie nodig heeft of dat de grote vaccinatie kan worden uitgesteld. Het titeren van uw dier zal dus vaccineren nooit volledig vervangen.   

Is titeren goedkoper dan vaccineren?  

Omdat titeren het vaccineren niet vervangt, bent u niet goedkoper uit als u beslist om te gaan titeren. U kunt titeren zien als een medische mogelijkheid om uw dier te ondervangen van onbewust onbeschermd rond te lopen. Indien blijkt dat de immuniteit van uw dier onvoldoende is, zullen wij u adviseren de vaccinatie opnieuw te laten boosteren, gevolgd met een titerbepaling om na te gaan of uw dier dan wel voldoende is beschermd. Indien blijkt dat uw dier wederom een te lage immuniteit heeft, betekent dit dat de hond of kat mogelijk onvoldoende reageert op de vaccinatie. Als een dier na herhaald vaccineren niet reageert is het zinvol om een titerbepaling in een laboratorium te doen. Daar kunnen we aantonen of een dier helemaal geen respons heeft gehad of mogelijk een (te) lage respons die niet opgepikt wordt door de sneltest. Uiteindelijk zal het titeren voor u dus niet goedkoper zijn, maar u heeft ervoor gezorgd dat de immuniteit van uw dier op de vaccinatie is gedetecteerd. Zo voorkomt u  het risico dat uw dier onbewust onbeschermd rondloopt

Terug naar Faciliteiten